vrijdag 8 februari 2013

monumenten vergunningsvrij of vogelvrij?




Vanaf 1 januari 2012 (dus nu al ruim  een jaar geleden) is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) gewijzigd. Ook voor monumenten is het niet altijd meer verplicht een vergunning aan te vragen voor bepaalde werkzaamheden. Hiermee lijkt tegoed te zijn gekomen op de wens van de burger. Zelf beslissen. Zelf de verantwoording nemen hoe er met een eigen monument wordt omgegaan. Wie betaald, die bepaald. Nu zijn er diverse discussies mogelijk om dit onderuit te halen. Al is het alleen al dat een monumenteneigenaar subsidie kan krijgen en daarmee ook een stukje bepaling uit handen geeft. Soms moet er nu eenmaal een monument aangepast worden om het leefbaar, rendabel of om het voor de toekomst te behouden.En meer en deel hebben ook echt het beste voor met hun monumentale bezit. Immers, het weghalen van monumentale waarde is ook kapitaal verlies.
Door de wetswijziging hoeft men geen vergunning meer aan te vragen bij “gewoon onderhoud” aan rijksmonumenten en/of bouwactiviteiten in, aan of op onderdelen van een monument zonder monumentale waarde.  Maar laat daar nou net de zwakke schakel zitten. Want wat zijn de monumentale waarden en wie bepaald dat. 
 
Onlangs werd ik rondgeleid door een trotse eigenaar die eigenhandig zijn aangekochte rijksmonument in originele staat zou brengen. Het zogenaamde doe-het-zelf-restauratie. Van een bevriend iemand had hij begrepen dat de voorgevel was opgebouwd uit metselwerk dat te dateren was op 1780. Ook andere panden in de zelfde straat konden in de Lodewijk XV – stijl worden geplaatst. Genoeg bewijs op een correcte bouwjaar. En wat is nu mooier dan alles weer naar oorspronkelijke staat terug te brengen? Hoeveel waarde zou het pand hebben na zijn voltooing. Op internet en oude schilderijen zagen binnendeuren uit 1780 er anders uit. Op basis hiervan werden nieuwe deuren speciaal gemaakt ter vervanging van de huidige. Twee overgebleven (kast) deuren lagen op de schragen en werden door schilders met verfbranders afgebrand. Ze waren te sober en zonder lijsten of versieringen om monumentaal te zijn. De vorm van de trapspil was in een moderner huis al een keer gezien en zou moeten wijken voor een nieuwe trap. De nieuwe spil krijgt een gestileerde eikelvormige versiering zodat het past in het geheel...... 

Nu werd in 18e eeuw lang niet altijd de huizen opnieuw gebouwd. In tegendeel. Men ging met de mode mee, maar vaak werden bestaande woningen samen gevoegd en opgeknapt. Het is dan ook niet gek dat achter een 18e eeuws façade een veel ouder woonhuis schuil gaat. In dit geval lijkt dit eveneens het geval. Gezien de plaats is het zeker niet ondenkbaar dat het kavel al vanaf de 14e eeuw is bebouwd. De verdiepingen hebben een samengestelde balklaag (vermoedelijk eikenhout), de zogenaamde moer en kinderbinten. Daarnaast verraden de telmerken in de sporenkap dat er aan de voorgevel een uitbreiding moet hebben plaats gevonden. Best mogelijk in 1780.Aangezien ik op dat moment nog niet wist van de reeds geplaatste bestellingen en ik steeds enthousiaster werd over de vondsten tijdens de rondleiding begrijp ik nu dat de man steeds stiller en bleker werd. De roze wolk van het doe-het-zelf-restauratie werd doorgeprikt en heeft me een kop koffie gekost. Of er nu wel of geen vergunning verplicht is, bouwhistorisch onderzoek vooraf blijft essentieel. En als men er niet onderuit komt de monumentale onderdelen aan te tasten of te verwijderen, doe het overwogen en weet dat ook een monument zijn waarde kan verliezen.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten