zondag 17 februari 2013

Het historisch karakter van de Breestraat (Publicatie Vereniging Oud Leiden NIEUWS jaargang 1 nummer 1)


De Breestraat staat weer hoog op de politieke agenda. Het gaat nu vooral over asfalt versus klinkers, straatmeubilair, lantaarnpalen en de verdere ‘aankleding’ van de Breestraat. Maar wordt er wel voldoende aandacht besteed aan het historische karakter van de straat? Hoe zag de Breestraat er vroeger uit en welke weg slaan we in richting toekomst? De Commissie Historisch Karakter van de Stad van HVOL maakt zich daar zorgen over en zal daar later in het overleg met de gemeente zeker op terugkomen.

rond 1600
Laten we, als voorbeeld, Breestraat nummers 76 t/m 88 onder de historische loep nemen. Deze panden zijn in de loop der jaren zo vaak veranderd dat er sprake is van meer dan één historisch belangrijke periode. Architectenburo boter|verheijen heeft reeds in een eerdere fase 3-D reconstructies gemaakt van Breestraat, die een duidelijk overzicht bieden van het veranderende straatbeeld.
Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van materiaal uit diverse archieven, zoals bouwtekeningen, kadastrale gegevens, het “straten- en grachtenboek” van Salomon Davidsz. van Dulmanhorst en Jan Pietersz Dou uit circa 1583 en veel foto’s. Dit bouwblok was gekozen omdat hiervan een van de vroegste perspectieftekeningen bekend is, de “buurtkaart van Steynenburg met perspectivisch gezicht in de Breestraat” uit 1585. Samen met de stadskaart van Pieter Bast uit 1600 vormt het de basis van  de reconstructie in de periode rond 1600. Duidelijk is dat hier de welgestelden leefden, zoals secretaris Jan van Hout in het huis met de kantelen. Het hoekpand, met ingang in de Maarmansteeg, is nog opgebouwd als houten vakwerkhuis. De rest van de panden is vermoedelijk van baksteen en voorzien van dakpannen/-tegels. De meeste huizen hebben de toegang tot de kelder aan de voorgevel. Bij de achterste hoekwoning is nog een pothuis te zien.

rond 1870
Gebrek aan beeldmateriaal heeft geresulteerd in een grote sprong naar de periode rond 1870, toen het gevelbeeld een afwisseling van Classicistische- en Lodewijk-stijlen vertoonde. Van Breestraat 84 weten we dat het gebouwd is tussen 1671-1673 door Adriaan le Pla, een zeer rijke Belgische lakenhandelaar met veel connecties in het nabije Oosten. Gek genoeg krijgt het huis de naam “Inde Vergulde Druyff” en wordt pas veel later “In den Vergulden Turk”.
Vanaf 1870 zijn de twee panden die samen Breestraat 86 vormen verheeld t.b.v. de Sociëteit Amicitia. Op de andere hoek is de eerste winkel van dit bouwblok ontstaan, de sigarenhandel C.J. Boele en zoon. De bovenverdieping wordt bewoond. De opkomst van het fenomeen “winkelen” heeft veel effect op het straatbeeld en door het toenemend verkeer van potentiële kopers hebben de luxe woonhuizen plaats gemaakt voor andere bestemmingen.

rond 1900
In de periode rond 1900 komen de ontwikkelingen in een stroomversnelling en ontstaat er een ware stoelendans. Amicitia (op nummer 86) bouwt in 1880 een nieuw pand ten koste van twee oudere panden (78 en 80). In hun oude pand vestigt zich in 1881 Peek en Cloppenburg en verbouwt vrijwel gelijktijdig het hoekpand 76. In 1919 wordt het pand wederom verbouwd. De luxe eetgelegenheid  “In den Vergulden Turk”  wordt in 1900 onder leiding van de architect H.J. Jesse verbouwd, waarbij de gevel drastisch wordt gewijzigd tot ongenoegen van veel Leidenaren. (zie artikel "Jesse's Arkel").

rond 1950

In 1935 lukt het Vroom en Dreesmann om eindelijk Breestraat 82 over te nemen. Een jaar later bouwt Peek en Cloppenburg een geheel nieuw pand waar 55 jaar eerder Amicitia bouwde en neemt Vroom en Dreesmann de eerste Peek en Cloppenburg over.

De laatste grote plannen van architectenbureau Kirch, Hermans en Van der Eerden uit 1968 dateren nog vóór de huidige Aalmarktplannen. Hierbij zouden de panden “In den Vergulden Turk, tot de Maarsmansteeg zijn vervangen door nieuwbouw. Het komt niet tot uitvoering. In 1980 wordt de gevel van de Vergulden Turk gerestaureerd en wordt de erker van Jesse verwijderd. Ook het winkelconcept blijkt te veranderen. Aanvankelijk diende de hele gevel als winkelpresentatie, met diepliggende entrees waardoor het winkelend publiek langzaam naar binnen werd geloodst. Later werden grotere puien toegepast met glas tot aan de straat en werd de winkel een deel van de winkelstraat, met brede, bij voorkeur openstaande, deuren. Luifels onttrekken vaak de bovenliggende gevels aan het oog en ruimten boven winkels worden gebruikt als opslag of staan leeg. In enkele gevallen worden ze bewoond, maar veel aandacht wordt er niet meer aan de woonfunctie gegeven. De tijd lijkt boven de winkelpuien stil te hebben gestaan waardoor er nog veel oude details zijn te vinden. Juist daar liggen mogelijkheden voor gemeente en eigenaren om het historisch karakter van de Breestraat te behouden en versterken door aandacht voor aan het totale gevelbeeld te geven.

rond 2000











De historische vereniging Oud Leiden houdt zich sinds haar oprichting op 5 november 1902 bezig met de geschiedenis van Leiden. Zij doet dit onder andere door het uitgeven van het Leids Jaarboekje en van publicaties in de Leidse Historische Reeks. Verder organiseert de vereniging lezingen en excursies en subsidieert zij historische projecten. Meer informatie of lid worden? zie website historische vereniging Oud Leiden



1 opmerking:

  1. Van het plan van Architectenbureau Kirch, Hermans en van Eerden voor de Breestraat wist ik niets toen dat werd overwogen (een van de drie architecten, Jan Hermans woonde op het Plantsoen 99 te Leiden). Ons gezin woonde in die periode ook in Leiden (Plantage), maar als jonge jongen, wel zoon van een architectuurhistoricus, was ik toen niet met stedenbouw bezig. Wel werd er uiteraard bij ons thuis gesproken over het vreemde voornemen dat men kennelijk had met de gevel van 'In Den Vergulde Turk'. Die moest wijken voor iets anders en ik weet dus nu pas wat daarmee bedoeld werd: het plan van Kirch, Hermans en van Eerde.
    De statige en beroemde gevel zou volgens de plannen kunnen worden herbouwd aan de Pieterskerkgracht. Daar was door de afbraak van de voormalige MSG-gebouw (Mathesis Scientiarum Genitrix) op de hoek van de Lokhorststraat / Pieterskerkgracht ruimte vrijgekomen (afbraak 1969), die wel voor de herbouw van de gevel van de Vergulde Turk kon dienen. Een wat absurdistisch plan dat eigenlijk alleen tot doel had die schitterende gevel met het beeldhouwwerk van J. B. Xavery (1673) te behouden. In de stedelijke verhouding zou het ter plekke uiteraard absoluut niet passen, maar het was kennelijk een noodoplossing.
    Een en ander is gelukkig niet doorgegaan en nog steeds is de plek aan de Pieterskerkgracht, na eerst tot parkeergebied te zijn aangewezen, slechts ten dele voorzien van moderne bebouwing met een matig geslaagd ontwerp. Van het niet bebouwde stuk heeft men maar een kinderspeelplaatsje gemaakt, een stedenbouwkundige oplossing die in deze situatie niet van veel inzicht getuigt omdat het de gevelwand ter plekke op een onnatuurlijke wijze doorbreekt.
    Het pand 'In Den Vergulden Turk' staat nog fier op zijn plaats. Gode zij dank! Er is al genoeg verloren gegaan op die ooit zo deftige Breestraat.


    Pier Terwen 14-12-2013

    BeantwoordenVerwijderen