donderdag 24 december 2015

monument VS. gebruiker

V&D is bijna failliet. Het heeft uitstel van betaling gekregen maar de toekomst van de warenhuis blijft onzeker. Het is absoluut triest voor de mensen die er werken waarvan velen al behoorlijk lang. Wat dit monumenten te maken heeft, ligt anders dan gedacht.

Het warenhuis werd in 1887 opgericht door de Amsterdammers Willem Vroom en Anton Dreesmann en startte in Leiden voor het eerst in 1903, op de hoek van de Aalmarkt (nr. 28) en de Maarsmansteeg. (bron: bouwhistorisch onderzoek David van Pijkeren, werkzaam bij architectenburo Veldman | Rietbroek | Smit.) Het is een periode waarbij het centrum (en vele andere stedelijke centra) werd omgetoverd van woon- naar winkelgebieden. Het Magazijn de Zon, zoals dit pand genoemd werd, breidde zich al snel uit naar de naastgelegen panden aan de Aalmarkt.

In 1930 had het pand met uitzondering van de Waag het hele rijtje in handen. Vijf à zes jaar later worden de panden afgebroken en verrijst het huidige pand dat inmiddels eveneens een monumentale status bezit. Het wordt gebouwd door de bekende architect L. van der Laan uit Leiden. Bij de verbouwing wordt ook Breestraat 82 betrokken wat het warenhuis zijn eerste entree geeft aan de Breestraat. Vroom en Dreesmann krijgt uiteindelijk meer en deel van het bouwblok in handen Wanneer ook in 1962  de ‘Vergulden Turk’ in handen valt wordt dit de hoofdentree aan de Breestraat. Zowel aan de gevels als aan de ruimte binnen blijft te zien dat het warenhuis is opgebouwd uit verschillende panden. In 1963 krijgt architectenbureau Kirch, Hermans, Van der Eerden de opdracht ook aan de Breestraat alles te slopen voor een geheel nieuw eigentijds complex. Door het vele verzet is het hier niet van gekomen. In 1980 wordt de voorgevel van de Vergulden Turk ontdaan van de zogenaamde Arkel van Jesse. Iets dat vandaag de dag ook een monumentale status zou hebben gekregen. Het pand zelf blijft echter voor een klein deel publiekstoegankelijk. 

Voor de kelder, verdiepingen en zolder komt de tijd stil te staan en waant men zich weer in de 18e en 19e eeuw als men er doorheen loopt. Als uiteindelijk het gehele bouwblok in handen van komt van een ontwikkelingsmaatschappij, blijft V&D als huurder op de huidige locatie. Het bouwblok wordt volledig opgeknapt waarbij vele oude delen alsnog sneuvelen of betrokken worden in de nieuwbouwplannen. Uiteraard was het niet voorzien dat het zo snel, zo bergafwaarts zou gaan met het warenhuis maar duidelijk is het wel dat monumenten langer mee gaan dan zijn gebruikers met wensen. Het is dan ook niet voor niets dat gebruikersbelangen steeds vaker moeten worden afgestemd op de monumentale waarden dan andersom, al blijft het dan ook keer op keer een moeilijke afweging en maatwerk.