woensdag 8 oktober 2014

Restaureren met kwaliteit?

Koninklijke onderscheiding voor het eerst in 1815. 
Bron: www.isgeschiedenis.nl 
Vandaag was het symposium "Restaureren met kwaliteit" georganiseerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Hoewel de kwaliteit van het symposium zelf te wensen overliet is, blijft het een interessant onderwerp. Met name het erkennen of toekennen. De roep om om certificering van bedrijven geeft echter eerder aan dat de kennis bij opdrachtgevers niet (meer) aanwezig is en men (juridisch) wil vasthouden aan de laatste strohalm. Het geven van de opdracht aan een zogenaamd erkend bedrijf geeft de mogelijkheid de verantwoordelijkheid te delen, dan wel af te schuiven. Meerdere bedrijven hadden zich al gecertificeerd en gegroepeerd, echter wordt dit met de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg nu gebundeld. Hiervoor is zelfs een "Centraal College van deskundigen Restauratiekwaliteit" opgesteld dat, overeenkomstig het Hollandse poldermodel, dusdanig breed is dat "alle partijen die bij de kwaliteit van restauraties betrokken zijn, zich vertegenwoordigd voelen". De certificering wordt gedaan door Hobéon, een bedrijf dat door de overheid is aangesteld. 
Aangezien iedereen kwaliteit levert is het niet onverstandig de kwaliteit te definiëren aan de hand van richtlijnen. Om erkend te kunnen worden dat je kennis hebt van restaureren gaat blijk je vooral te worden getoetst over hoe je je documenten ordent, hoe je je offerten aanbiedt, wie de verslagen maakt, of je op tijd belasting betaalt, jaarverslagen hebt, je aan management reviews, interne audits, evalueren van projecten, personeelsdossiers doet, enz. 
Rest de vraag: Wat is nu het doel van een erkend restauratiebedrijf? Is het geven van erkenning op basis van prestatie, zoals de bekende Michelin-sterren, niet veel simpeler en effectiever. Want waar ondertussen de discussies op managementniveau voort duren, laat de echte vakman/restaurateur zijn/haar werk en kunde voor zich spreken.