zondag 23 september 2012

Gebogen glas



Glas is wellicht een van de meest bijzondere bouwmaterialen. Het is net zo massief als vele andere bouwmaterialen, echter bedoeld om niet “gezien” te worden. Uitzonderingen daargelaten zoals gedecoreerd of gekleurd glas. 

Het glas was uiteraard in eerste instantie bedoeld de lichtopbrengst binnenshuis te vergroten en de weersinvloeden buiten te houden. 
Als echte Hollanders gebruiken we het glas ook graag om bij andere mensen in de huiskamer te kijken. Echter werd het glas pas ongeveer eind 19e eeuw daar ook voor bedoeld. Winkels stelden veel vaker hun waren uit voor de steeds groter wordende etalages. 

De technieken in die tijd zorgde ervoor dat het standaard glas vaak hobbelig was in oppervlakte. Door het glas te polijsten werd dit probleem opgelost. Het gerucht gaat dan ook dat het spiegelglas is uitgevonden in Frankrijk om koning Lodewijk XIV een beter spiegelbeeld te geven.


De ontwikkeling van glas bleef evenals de drang naar nieuwe uitvindingen. Ronde kozijnen en deuren met hierin rondgebogen glas begon eind 19e eeuw steeds vaker op te komen. Een van de eerste leveranciers van gebogen glas was de Dortenaar J Bouvey. In 1850 richtte hij de Koninklijke Nederlandse glasfabriek op en leverde zowel aan binnen als buitenland. Daarnaast werd hij bekroond met verschillende medailles op tentoonstellingen in ondermeer Amsterdam, Parijs, Philadelphia en Melbourne. 

Dat dit type glas speciaal kostbaar moet zijn geweest lijkt logisch. Toch lijkt het steeds vaker uit het straatbeeld te verdwijnen hoewel men tegenwoordig ook gebogen dubbelglas kan bestellen.

Bronnen:
Bot, P ; Vademecum, historische bouwmaterialen, installaties en infrastuctuur.
Koopmans, C; Dordrecht 1811-1914: een eeuw demografische en economische geschiedenis




woensdag 12 september 2012

voormalig ketelhuis Tieleman & Dros



Kozijnen zijn door de eeuwen veranderd. Niet alleen konden ze door de veranderende glasindustrie groter gemaakt worden. Ook de materialisering veranderde. 
Al vanaf de 18e eeuw wordt gietijzer toegepast als kozijnen. Het is pas tijdens de industriƫle revolutie dat dit op grotere schaal wordt toegepast als goedkoper alternatief op smeetijzer en hout. Ook wordt er een lange periode gebruik gemaakt van een combinatie tussen staal met hout. Zo ook eind 19e eeuw bij de bouw van het voormalig ketelhuis Tieleman & Drost aan de middelstegracht te Leiden. Vermoedelijk is het hier toegepast als combinatie tussen draagkracht en lichtopbrengst. Het totale kozijn is circa vier meter hoog en aan de bovenzijde rond. Alleen de twee middenstijlen zijn voorzien van een stalen U profiel, gecombineerd met hout. Beide houten zijlichten zijn hier op aangesloten. Op de stalen profielen zijn strips bevestigd als aanslag voor de deuren en ramen in het middenstuk van het kozijn. De stalen onderdelen zijn met elkaar verbonden door middel van klinknagels.
In de monumentenwereld wordt veelal gepleit voor behoud van stalen ramen. Ze zijn in veel gevallen eenvoudig te restaureren en vaak ook nog op de plek zelf. Het is vooral de slanke profileringen die door toepassing van staal gekregen kan worden, wat vervanging door andere materialen niet wenselijk maakt. De uitdaging ligt dan ook, bij herbestemming van monumentale panden met dit soort detailleringen, naar het zoeken van goede bouwfysisch oplossingen.




Bronnen: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed | Brochure Stalen ramen en deuren | 2008
afbeeldingen: auteur