woensdag 27 november 2013

Ingevoegd


Nederland kent als “klei-land” een lange traditie in metselwerk. Vrijwel iedere dorp of stad had een of meerdere baksteenovens. Ook kwam het voor dat ovens direct naast projecten werden gebouwd, zodat direct kon worden voorzien in bakstenen. Om deze aan elkaar “te verlijmen” werden over het algemeen kalkmortels gebruikt. Bij iedere steen werd eerst een volle laag mortel aangebracht. Bij het aandrukken van de steen werd de overtollige specie er uit geperst en verwijderd. De specie diende dan ook tegelijk als voeg en kreeg naam “platvol”. Dit is een van de meest toegepaste voegtypen. Soms werd met behulp van een voegspijker de voegen nog enigszins “bijgesneden” of bewerkt, maar niet zo strak als de huidige snijvoeg. Ook ziet men nog wel eens een rechte horizontale streep in de lintvoeg, de z.g. Daggestreep.
Bij 18e eeuwse woningen werd steeds meer aandacht gegeven aan het voegwerk. Men ziet vaker knip- of snijvoegen verschijnen voor minimale lintvoegen (horizontaal) en stootvoegen (vertikaal)
Vanaf 19e /20e eeuw zien we ook andere variaties. Opmerkelijk is dat de metselspecie 15 – 20 mm wordt uitgekrabd en vervolgens wordt gevoegd met een voegspecie. De basis van het voegmateriaal is het zelfde maar fijner qua structuur. De voegen worden vervolgens nabewerkt waardoor men verschillende typen kan onderscheiden. 

Regelmatig kom ik gevels tegen van ca 16e – 17e eeuw, opgetrokken in metselwerk waarbij de voegen “weer netjes” gerestaureerd met een knipvoeg. Soms ook op basis van cement vanwege de hardheid. Men heeft dus een dure variant voegwerk gekozen, omdat men dacht dat het bij hun huis hoort. Nu is in de meeste gevallen het voegwerk vooral esthetisch, maar het dient nog altijd een geheel te vormen met de rest en water uit/van de gevel te voeren. Een veel hardere voeg, bijvoorbeeld cement, levert bij oude gebouwen dan ook vaak meer schade dan die er voor de restauratie waren. Vooral vorst- waterschade of schade aan de zwakkere baksteen. Ten onrechte wordt voegwerk vaak onderbelicht maar absoluut een essentieel detail van de gemetselde gevel. Mocht men bij een oud gebouw de voegen willen repareren/restaureren, klein of groot, neem altijd een ervaren restauratie-voeger.

1:
verschillende type voegen en benamingen. Benamingen knip- en snijvoeg wordt in verschillende literatuur omgedraaid of als synoniem gebruikt.
2:
Erg enthousiast snijvoegwerk in 17e eeuws metselwerk.
3:
18e eeuws metselwerk van twee woningen. Links, voeg en metselwerk lijken een geheel. Rechts, rode baksteen met minimale voegen.
4:
laat 19e eeuws metselwerk met (knip-)snijvoeg. in de baksteen is een V-groefje aangebracht om het na het voegen als twee kopse stenen te laten lijken.
5:
proefstukje restauratiewerk met (knip-)snijvoeg van een kalkmortel. Stootvoeg over lintvoeg i.v.m. afwatering. (witte voegen zijn naderhand “vervuild”.