zondag 25 februari 2018

Het verbouwen van een monument



Bij nieuwbouw is er wet- en regelgeving waarmee de minimale eisen zijn vastgelegd. Dit maakt het bouwen of verbouwen van niet monumentale panden makkelijker vanwege de duidelijke grenzen.
Bij het verbouwen van gemeentelijke - of rijksbeschermde monumenten ligt dit een stuk ingewikkelder. Van wet- en regelgeving zoals bouwbesluit kan worden afgeweken als monumentale waarden in het gedrang komen. Dit maakt de grenzen vaag en geeft een groot schemergebied waarbij nog zwart nog wit lijkt te bestaat. Hiermee wordt ook de toegang groter voor verschillende verenigingen, genootschappen, erfgoedcommissies, of andere groeperingen om als belanghebbende mee te kijken en te beslissen. Nog los van de gemeentelijke instanties en adviesorganen, of adviseurs die men verplicht is in te schakelen. Een “misstap” of eigen voorkeur kan dan leiden tot allerlei vervelende processen. Zeker in een wereld waarbij ook meningen van de adviseurs soms lijnrecht tegenover elkaar staan. Menig keer hoor ik van (nieuwe) monumenteneigenaren dat “als men dit van te voren had geweten men er nooit aan was begonnen”. Begrijpelijk! Het is moeilijk van te voren te voorspellen hoe heftig het traject is van de rollercoaster waar men in stapt. En dat is ook gewoon jammer want investeerders zijn hard nodig voor het behoud van monumenten. Dat ook zij hun eigen gebruiksbelangen hierin mee nemen vinden gek genoeg niet alle monumentenliefhebbers acceptabel en zien liever dat de investeerders betalen en zij bepalen. In een bezuinigingswereld met het steeds meer dichtdraaien van de subsidiekraan en toenemende interesse voor het resterende cultureel erfgoed hoop ik dat mensen zich realiseren dat weer en wind soms harder omgaan met het erfgoed dan menig monumenteninvesteerder. 

Monumenten hebben geen stilstand nodig maar zijn gebruiksobjecten waardoor erfgoed bij een nieuw gebruiksfunctie of eigenaar weer recht geeft op bestaan en op deze wijze voor een toekomst (hopelijk langs) kan worden bewaard.