woensdag 12 september 2012

voormalig ketelhuis Tieleman & Dros



Kozijnen zijn door de eeuwen veranderd. Niet alleen konden ze door de veranderende glasindustrie groter gemaakt worden. Ook de materialisering veranderde. 
Al vanaf de 18e eeuw wordt gietijzer toegepast als kozijnen. Het is pas tijdens de industriƫle revolutie dat dit op grotere schaal wordt toegepast als goedkoper alternatief op smeetijzer en hout. Ook wordt er een lange periode gebruik gemaakt van een combinatie tussen staal met hout. Zo ook eind 19e eeuw bij de bouw van het voormalig ketelhuis Tieleman & Drost aan de middelstegracht te Leiden. Vermoedelijk is het hier toegepast als combinatie tussen draagkracht en lichtopbrengst. Het totale kozijn is circa vier meter hoog en aan de bovenzijde rond. Alleen de twee middenstijlen zijn voorzien van een stalen U profiel, gecombineerd met hout. Beide houten zijlichten zijn hier op aangesloten. Op de stalen profielen zijn strips bevestigd als aanslag voor de deuren en ramen in het middenstuk van het kozijn. De stalen onderdelen zijn met elkaar verbonden door middel van klinknagels.
In de monumentenwereld wordt veelal gepleit voor behoud van stalen ramen. Ze zijn in veel gevallen eenvoudig te restaureren en vaak ook nog op de plek zelf. Het is vooral de slanke profileringen die door toepassing van staal gekregen kan worden, wat vervanging door andere materialen niet wenselijk maakt. De uitdaging ligt dan ook, bij herbestemming van monumentale panden met dit soort detailleringen, naar het zoeken van goede bouwfysisch oplossingen.




Bronnen: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed | Brochure Stalen ramen en deuren | 2008
afbeeldingen: auteur

Geen opmerkingen:

Een reactie posten