woensdag 24 oktober 2012

Frisse lucht




Goede ventilatie zorgt niet alleen voor frisse lucht maar voorkomt ook onder andere vochtproblemen, ongedierte, zwammen of schimmels. Hier werd vroeger anders over gedacht. Fris werd geassocieerd met kou, lucht vol bacteriën dat geweerd diende te worden. Bedsteden werden bijvoorbeeld voorzien van luiken of gordijnen die dicht gingen bij het slapen. Vanaf begin 19e eeuw werd steeds meer gepleit voor betere hygiëne. Vooral in de sloppenwijken waarbij vele mensen op een klein stukje moesten zien te overleven. Een mooi boek hierover is geschreven door Auke van der Wout, Koninkrijk vol sloppen. Voor- en tegenstanders van de hygiëne waren sterk verdeeld. 

Het duurt pas tot eind 19e eeuw, na verschillende cholera-epidemieën, dat de overheid iets doet. rond 1898 werden bepalingen opgenomen voor de minimale hoeveelheid frisse lucht in werkruimten. In 1901 werd de gezondheids- en woningwet pas aangenomen. Woningen na deze periode laten dan ook steeds vaker verschillende vormen van ventilatie zien. Met name de ventilatiesleuven in de voor- en achtergevel, net boven het maaiveld. De kruipruimte onder de begane grondvloer wordt hiermee geventileerd. Helaas worden deze vaak dicht gemaakt door bewoners in verband met kou. Zeldzamer zijn andere vormen van ventilatie. Zo ontstond rond 1885 zogenaamde ventilatieglas waarbij kleine gaatjes uit het glas gespaard waren. een iets latere variant was de glas-jaloezieën waarme de lucht enigszins geventileerd kon worden. Ook kozijnen of raamhout met ventilatiegleuven werden toegepast om de frisse lucht te bevorderen. Ventilatieglas is vrijwel verdwenen. Af en toe kom je nog kozijnen tegen met ventilatiesleuven, maar ook dit is nog spaarzaam. De huidige vormen ventilatie boven of in kozijnen bieden veel meer mogelijkheden zoals geluiddemping of regelen van luchtinstroom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten