Het is
dan ook logisch dat veel bouwmaterialen werden hergebruikt. De bouwmaterialen werden
verzameld, schoongemaakt en verkocht. Tijdens het onderzoek van een vorig
artikel, werd in de kranten al geadverteerd nog voordat de woningen werden
afgebroken.
In een
eerder bouwhistorisch onderzoek bleek de tweede verdieping van een middeleeuws
pand, geheel te zijn opgebouwd uit hergebruikte materialen. De balken in het
dak toonden bouwsporen van constructies die daar ter plaatse nooit hadden
kunnen zitten. Uit archiefonderzoek
bleek dat de bouwmaterialen afkomstig waren van een café, tegenover het treinstation.
Tijdens de tweede wereldoorlog werd deze door de geallieerden gebombardeerd.
Door de industrialisatie
lijkt het vervolgens hard te gaan. Bakstenen worden in massa ’s geproduceerd in
verschillende kleuren, vormen of afwerkingen. Er wordt anders en grootschaliger
gebouwd. Beton (al dan niet met staal) wordt een belangrijk bouwmateriaal wat
niet meer valt te hergebruiken in oorspronkelijke hoedanigheid. De arbeider
verdient te veel geld in verhouding tot schoonmaak en hergebruik. Dat
hergebruik van bouwmaterialen hiermee verdwenen is, is niet het geval. Het heet
tegenwoordig gewoon recyclen. Maar of de hedendaagse slopers weten hoeveel
arbeidstijd ze in de container gooien …
Hoi Reinoud,
BeantwoordenVerwijderenIn je artikel vertel je iets over het fenomeen aflaat. Een kleine aanvulling hierop. Biecht en boete is ontstaan in de eerste eeuwen van het christendom. Het kwam veelvuldig voor dat christenen oog in oog met de arena hun geloof verloochenden met het gevolg dat men daar later berouw van had. Bij oprecht berouw en het betonen daarvan in daden mochten zulke personen weer terug komen in de gemeente. In het begin was biecht en boete vooral van pastorale aard. In latere tijden werden biecht en boete gesystematiseerd. Zelf zo erg dat er biechtboeken (Libri paenitentiales) waren waarin wel 20.000 gevallen (zonden) omschreven stonden hoe en wat men moest doen om de zaligheid niet te verliezen. Het “straffentarief” der boeteboeken. Zou het bakken van stenen een maatregel zijn geweest dat in biechtboeken voorkwam (in je artikel schrijf je immers over veel gevallen), of moeten we dan denken aan een tijdelijke maatregel die per plaats kon verschillen?
Rond het jaar 600 verving de privé boete de publieke boete. Bij begane zonden bepaald de priester de boete. Dit is op 4e Lateraans concilie in 1215 gesanctioneerd. Ook moest iedereen minstens 1x per jaar naar de biecht. De priester gaf hierop vergeving van zonden en kwijtschelding van straf. Door de aflaat kon men ontkomen aan de tijdelijke straffen voor de zonde in dit leven en in het vagevuur.
Men nam bijvoorbeeld o.a. deel aan de kruistochten omdat de kerk volledige aflaat beloofde. Doordat men Constantinopel op de medechristenen had veroverd, leefde bij paus Innocentius III de gedachte om een kruistocht tegen de Albigenzen in Zuid-Frankrijk uit te voeren. Deze heeft hij ook uitgevoerd. Hiermee bekoelde de kruistochtgedachte. Men ging vraagtekens zetten bij het verdienen van een volle aflaat door de kruistochten op medechristenen.
Later, in 1517, wilde Luther met zijn 95 stellingen een discussie over de aflaathandel op gang brengen onder wetenschappers. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in de Reformatie waar een groot gedeelte van de kerk zich afscheidde uit de Rooms Katholieke Kerk. De Reformatie wilde, onder invloed van het Humanisme, terug naar de bronnen (ad fontes). Het systeem van aflaat, heiligenverering, Mariacultus e.d. werd door de Reformatie terzijde geschoven. Het adagium van de Reformatie is sola scriptura, gezuiverd van menselijke instellingen die niet terug zijn te voeren op de Bijbel. De zaligheid (en het ontlopen van het hellevuur) is om geen geld te koop, het gaat om het geloof, het sola vide (een ander adagium van de Reformatie). Geen verdienmodel, maar genade, het sola gratia (het derde adagium van de Reformatie).
Een kerkhistorische groet, WGvR
Beste WGvR,
BeantwoordenVerwijderenLeuk om te lezen en hartelijk dank voor je aanvulling.